Woorden lenen en teruggeven 28/04/2020

Een van de mooiste boeken die ik ooit gelezen heb in de Baskische taal, is het verhaal van Tijl Uilenspiegel. De vertaler, Koldo Izagirre, bleef zo dicht mogelijk bij de definitieve versie in het Frans, en behield bewust een pak Nederlandse woorden. Bruinbier, Smaedelyke Broeder,  landsknecht, landgrave, schoolmeester, Ketelstraat, Hanske, peperkoek… Soms zelfs met een Baskische uitgang: bloedhonde-ak, zweertje-ak. Waarbij “ak” de Baskische suffix is voor het meervoud van zelfstandige naamwoorden. In deze context toch.

Er staan zelfs hele Nederlandse zinnen in: Lang leve de wet! Waefels met brabansche knoopen. Lange leven onsen broeder Ulenspiegel! De clock is tien, tien aen de clock! Ook de cafees behouden hun naam “In de Meermin”, ‘In ’t Vagevuur”, gevolgd door de vertalingen, “Laminarenean” en “Purgatorioan”. En hoe kan het ook anders: ’t is van te beven de klinkaert! In het Baskisch wordt dat “egizue txilinka, pitxer-godaletok”. Ik vond dat toen zo charmant, dat ik Koldo meteen een brief stuurde om hem te bedanken en te feliciteren. Hij behield zo goed de balans tussen vertalen en de opname van die uitdrukkingen, die voor het Uilenspiegelverhaal essentieel zijn.

Hieraan moet ik onwillekeurig denken bij de zoektocht naar Nederlandse uitdrukkingen voor een pak Engelse termen, die we sinds de coronacrisis mochten leren kennen. Dat er zowaar een “coronawoordenboek” bijgehouden wordt, vanuit de gedachte dat er uit al die termen er wellicht ongeveer 15 zullen blijven, bezorgt me een blij gevoel. Ik ben nieuwsgierig naar die 15 blijvers. De VRT-taalraadgever, de heer Ruud Hendrickx heeft uiteraard overschot van gelijk toen hij schreef dat “er heel wat Engelse, nieuwe woorden zijn die erbij komen én het erg moeilijk is om een goed Nederlands woord te vinden dat exact hetzelfde wil zeggen” (Radio 2 – 31 maart 2020).

De vraag is nu of we per se een woord moeten vinden dat exact hetzelfde wil zeggen. Misschien volstaat het soms een woord te vinden dat de inhoud goed weergeeft. Misschien moeten we soms ook een woord durven lenen. En het dan ook teruggeven zodra we het niet meer nodig hebben. Wanneer de context gewijzigd is, bijvoorbeeld. Of wanneer we een mooie Nederlandse variant gevonden hebben. Per slot van rekening staat onze rijke Nederlandse woordenschat bol van de leenwoorden. Daar is niets mis mee. Dat is in andere talen ook zo.

Uiteraard hechten we bij Cultuurlab Vlaanderen veel belang aan onze taal, het Nederlands. Het is voor ons dé taal om mensen te verbinden in Vlaanderen en de sleutel bij uitstek om mensen actief te laten participeren aan de opbouw van onze diverse en veelkleurige samenleving. Na de coronacrisis gaan we allemaal samen moeten werken aan het Vlaanderen van de toekomst. Dat wil zeggen: aan het cement tussen iedereen die in Vlaanderen woont. De sociale cohesie versterken, de lokale solidariteit en het wederzijds begrip vergroten en elkaar vinden in de zoektocht naar bijdragen aan en genieten van de buurt waarin we leven. Het cement is precies het Nederlands.

Taal en taalgevoel worden doorgegeven via familie, onderwijs, media en vrienden. Naast het pure cognitieve proces, is er een affectieve component: mensen nemen gevoelsmatig een houding aan tegenover een taal en gaan zich, vaak onbewust, identificeren met een taal en de inhoud daarvan. Daarom is het zonder meer prachtig dat mensen zoeken naar goede Nederlandse woorden voor de Engelse termen die we nu op ons bord krijgen.

Maak er een uitdaging van zoals er nu al veel gelanceerd zijn: als samenleving zoeken naar goede Nederlandse termen. Laat ons stemmen, en laat ons de 15 blijvers kiezen. Laten we de verrijking van onze taal vieren door met die woorden liedjes en gedichten te schrijven.

Coronagroeten,

Kare