“Wie hem het eerste ziet, krijgt een ijsje”. Mijn broer won altijd. Ik kreeg ook wel een ijsje, natuurlijk, maar veel liever had ik ook eens “daar staat’em” kunnen roepen, in plaats van “Waar? Waar?”, te moeten zeggen. Zo ging het er altijd aan toe onderweg naar de jaarlijkse vakantie in De Panne. Altijd in de Paasvakantie. Rijdend over de E40 kon je in de verte De Toren zien staan. Ik schrijf het bewust met hoofdletters, want voor ons was er maar één Toren. Uiteraard heb ik het over de IJzertoren in Diksmuide. We wisten dat we er zeker nog eens naartoe zouden gaan om er stil te staan bij de gruwel van de oorlog, het onrecht tegenover de Vlamingen, de Vlaamse ontvoogdingsstrijd en de leuze “Nooit meer oorlog”.

De site had iets magisch voor mij. Die leeuwenvlaggen, de zerken, de leuzen, de steen met “hier ons bloed, wanneer ons recht”… Daarna volgden steevast bezoeken aan Ieper en Oeren. En in augustus de jaarlijkse IJzerbedevaarten, waar, toen toch nog, herinnering, bewustmaking en dynamisering, sterk aanwezig waren. Het IJzertestament met zijn “Zelfbestuur – Nooit meer oorlog – Godsvrede”, nadien gemoderniseerd naar “Vrede, vrijheid en verdraagzaamheid”, was voor ons geen vodje papier, maar een referentie.

We leerden over de Frontsoldaten en hun eisen, over de repressie, de collaboratie, de taalstrijd en over hoe Vlaanderen dat allemaal niet mag vergeten. Voor mij is de IJzertoren op de eerste plaats ook nog steeds dat: hét symbool bij uitstek in Vlaanderen dat herinnert aan de emancipatiestrijden van het Vlaamse volk tegen de minachting van “La Belgique sera latine ou elle ne sera pas” sinds 1830, en hét Vlaamse symbool tegen oorlogsgruwel. Eigenlijk begon dat al tijdens de Napoleontische oorlogen, waarin Vlaamse jongeren opgevorderd werden om te dienen als kanonnenvlees. Deden ze dat niet, konden zij en hun families rekenen op meedogenloze repressie. Antimilitarisme en flamingantisme waren van oudsher met elkaar gelinkt. Deels door de keuze van de Belgische staat om het Frans te kiezen als enige officiële taal in het leger. Denk ook aan de Antwerpse Meetingpartij, die zich rond 1860 vanuit een Vlaamse en antimilitaristische reflex, verzette tegen de militarisering van Antwerpen en omgeving. Zelfs de 19de eeuwse boeren- en arbeidersbeweging was antimilitaristisch en flamingantisch was. Om maar duidelijk te maken dat de symboliek van de IJzertoren veel verder reikt dan puur de Wereldoorlogen en de 20ste eeuwse Vlaams-Belgische twisten. Het valt buiten het bestek van dit artikel, maar de initiatieven vanuit de Vlaamse Beweging rond vrede, ontwapening, pacifisme… zijn talrijk.

Sinds de Tweede Wereldoorlog hebben we in onze contreien geen oorlogen meer gehad. Maar we weten allemaal dat er in de hele wereld heel wat bloedige conflicten werden en worden uitgevochten. Precies daarom lanceerden we de campagne om kraanvogels te vouwen voor vrede. Omdat kraanvogels internationaal dezelfde symboliek meedragen als Onze Toren: herinnering aan de gruwel van oorlog en de wens voor “nooit meer oorlog”. In onze campagne brengen we op die manier twee vredessymbolen samen. Meer nog: vroeger en nu, hier en elders in de wereld, komen samen.

Ondertussen zijn overal in Vlaanderen mensen aan het vouwen gegaan, en vindt een heel divers gezelschap zijn weg naar de IJzertoren dankzij de kraanvogeltjes. De herinnering aan de gruwel van oorlog en de wens voor vrede, bindt ons hier en nu.  

Karel