Vlaams Rojavanisme  01/05/2020 

1 mei. Ooit een strijddag, sinds een paar decennia vooral een “feestdag” met jaarlijkse stoeten, toespraken waarvan iedereen weet dat ze nergens toe dienen. Zoals dat met 11 juli ook zo is. Al heel mijn leven vind ik die manier waarop in Vlaanderen belangrijke symbolische strijddagen bewust afgevlakt worden tot een jaarlijks carnavalesk gebeuren, stuitend. Ook dit jaar horen we veel tromgeroffel, maar aan de kern wordt niet geraakt.

 
kurdistan-2788961_640

Eens te meer feest men om de hete brij heen en geraakt men niet verder dan steeds dezelfde toespraken. De grote vragen over de manier waarop onze samenleving werkt en draait, en of we dat als samenleving nog zo willen, worden genegeerd. Het is overduidelijk dat de vakbonden, en uiteraard ook de sociaal-democratische partijen, liefst zo snel als mogelijk weer willen kunnen overgaan tot de orde van de dag van voor de coronacrisis.

Van ons, sociaal-culturele organisaties, wordt verwacht dat wij innoverende praktijken uitwerken die relevant zijn voor de samenleving en dat we de motor voor verandering zijn, uiteraard bijdragend aan een duurzame, solidaire, inclusieve, democratische maatschappij. Van ons wordt verwacht dat we met twee voeten in de samenleving staan en projecten uitwerken waarmee we een antwoord willen geven op maatschappelijke vraagstukken. Als er door de coronacrisis nu één vraagstuk bijzonder relevant geworden is, is het toch of de politieke en economische onderbouw van onze samenleving zoals we die hebben gekend voor de coronacrisis, gewoon zonder meer behouden moet blijven. Er is nood aan een vernieuwde onderbouw: duurzaam, solidair, inclusief en democratisch.

Onze opdracht botst met die van, onder meer, de vakbonden: vernieuwing en overgaan tot de orde van de dag, staan haaks op elkaar. In elk goed boek over leiderschap staat minstens één keer het citaat van Einstein: “we kunnen een probleem niet oplossen met de denkwijze die het heeft veroorzaakt”. Overgaan tot de orde van de dag is zoveel als dat toch proberen, tot aan de volgende crisis. Heel Vlaanderen, en heel België, zijn door en door verouderd in stijl en aanpak. Het wordt hoog tijd dat er nieuwe ideeën komen, nieuwe mensen aan het roer, nieuwe slogans, nieuwe liedjes, nieuwe denkwijzen. Nieuwe arbeidsverhoudingen, nieuwe manieren van werken, andere wijzen van werknemers selecteren, nieuwe manieren van zakendoen. Op mensenmaat, op maat van natuur en planeet. Duurzaam, solidair, inclusief en democratisch.

Die transitie is al lang bezig. Mensen willen kleiner wonen, duurzamer, milieubewuster ook. Mensen willen werken met passie, met zingeving, met betekenis voor mens en planeet. Mensen willen meer samenwerking, co-creatie en ze verwachten intrinsieke waardigheid als mens te voelen… Allemaal zaken die botsen met “de orde van de dag”. Er schort wat aan die orde van de dag. 

Mijn ogen gaan langs de titels van mijn verzameling boeken over sociale strijd, op zoek naar herinneringen van bijgewoonde 1 mei-strijddagen elders in deze wereld. Ik lees onder meer “The poor had no lawyers, who ownes Schotland and how they got it”, “Het rode vaderland”, “La revolución por el tejado”, “Nuestra arma es nuestra palabra”, “Visca la terra i visca l’anarquia”, “Felix Likiniano, miliciano de la utopía”, “Bergop”, “Captain Jack White”, “Euskal Herria ekologiatik eraikiz (Baskenland opbouwen vanuit ecologie)”, de drie boekjes van de Baskische vakbond LAB over Baskische staatsvorming en sociale strijd, “De Vlaamse kwestie” van Antoon Roosens… en nog een pak titels. Maar mijn ogen en aandacht blijven hangen bij “Rojava-Kurdistan and Northern-Syria: A new life style, a trajectory of events in 2016”, uitgegeven door het Koerdisch Instituut in Brussel.

Het voelt bijzonder tegenstrijdig aan dat net het Koerdisch Instituut in zijn voortbestaan wordt bedreigd, terwijl die misschien wel één van de meest maatschappelijk relevante boekjes heeft gepubliceerd om inspiratie uit te putten voor het post-coronatijdperk hier bij ons. Waarom? Omdat het Rojava-model iets totaal anders is dan wat we kennen. Totaal anders ook dan de staatsregimes in die regio in de wereld. Ted Trainer vat het goed samen in zijn artikel op Resilience.org: https://www.resilience.org/stories/2020-01-03/kurdist-rojava-a-social-model-for-our-future/

“Het is een door en door participerende vorm van democratie waarbij raden van gewone burgers hun buurten en steden regeren. Gemeenschapszaken worden niet gedreven door winst of door de overheid, maar door collectieve inspanning om het eens te worden over wat het beste is voor de gemeenschap. Ecologische duurzaamheid heeft hoge prioriteit. Misschien wel het meest opmerkelijk voor deze regio is de status en rol van vrouwen.”

Hij vervolgt:

“Het essentiële en belangrijkste element is de vorm van besturen, die een grondig participatieve basisdemocratie is . De mensen leiden hun buurten en steden door kleine raden waaraan alle mensen deelnemen en medezegging hebben. Het aantal deelnemers kan gaan van het aantal huishoudens in één, twee of drie straten. Ze worden communes genoemd en de algemene benadering heet “Communalisme”. Er zijn 4.000 communes in de regio. Deze houden regelmatig persoonlijke bijeenkomsten om te praten en te beslissen over de kwesties, geschillen en ontwikkelingen die het meest rechtstreeks van invloed zijn op het alledaagse leven en welzijn van mensen. Het algemene principe is om consensusbesluiten te zoeken.”

Over de visie op economie: “De economie is een mix van particuliere en collectieve regelingen. De beweging is dus niet tegen vrij ondernemerschap, maar is zich wel bewust van de noodzaak om in de eerste plaats ervoor te zorgen dat de economie de samenleving dient, en om in de tweede plaats de schadelijke effecten van de conventionele vrije ondernemingeneconomie tegen te gaan, vooral met betrekking tot de ontwikkeling van monopolies. De belangrijkste economische zorg is het dienen van “… de burgers en niet de eigenaren van kapitaal.” Het belangrijkste mechanisme om dit doel te bereiken is de oprichting van coöperaties die worden geleid door expliciete waarden, waaronder wederzijdse hulp, wederzijdse verantwoordelijkheid, democratie, gelijkheid, eerlijkheid en solidariteit. Er zijn honderden coöperaties in Rojava.”

Kortom, het Rojava-model wil bijdragen aan een solidaire, inclusieve, duurzame en democratische samenleving, met innoverende praktijken, die relevant zijn voor de samenleving en spelregels veranderen. 

Dé boodschap voor 1 mei 2020 zou daarom dat moeten zijn: we kunnen en willen niet terug naar de orde van de dag, we kunnen en willen wel naar een alternatief, dat al bewezen heeft dat het werkt: het Rojava-model. Uiteraard is het geen kwestie van knip-en-plak-werk te leveren. We moeten bekijken hoe we dat model hier kunnen toepassen. Op naar Vlaams Rojavanisme!

Karel

1 mei 2020