De componist Ludwig Van Beethoven werd geboren in Duitsland en bracht een groot deel van zijn leven in Wenen door. Toch bevat zijn achternaam het Nederlandse ‘van’ en niet het Duitse ‘von’. Dit heeft Ludwig te danken aan zijn voorouders. Die waren afkomstig uit Mechelen.
De muzikale aanleg erfde Ludwig van zijn grootvader, Lodewijk van Beethoven (1712-1773). Deze bakkerszoon had als jongetje een mooie stem en zong mee in de koorknapenschool Het Koralen Huis aan de Mechelse Sint-Romboutskathedraal. Later kreeg hij privélessen kerkorgel. Na een korte tussenstop in Leuven kwam Lodewijk in 1732 in Luik terecht waar hij een benoeming kreeg als zanger in de Sint-Lambertkathedraal. Een jaar later trok hij naar Bonn in Duitsland, waar zijn kleinzoon Ludwig in 1770 geboren zou worden.
De naam Beethoven verwijst wellicht naar het dorpje Bettenhoven (Bettincourt) in Haspengouw, nu een deelgemeente van Borgworm in de provincie Luik. Aan het einde van de 15e eeuw woonde er al een Jan van Bettehoven (ca. 1485-1571) in Kampenhout, nabij Mechelen. Dit was de zevende overgrootvader van Ludwig. En in 1595 belandde ene Josyne van Beethoven, ook uit Kampenhout, op de Grote Markt in Brussel op de brandstapel op verdenking van hekserij.
Mechelen is de familie van Beethoven nog niet vergeten. Op de Haverwerf aan de Dijle staat er een beeld van zowel Lodewijk als van de jonge Ludwig. En de straat waarin Lodewijk woonde, heet nu de Van Beethovenstraat. Een van de bruggen over de Dijle is ook naar van Beethoven genoemd. De gemeente Kampenhout bleef niet achter en plaatste een borstbeeld van Ludwig.